Goede goede voornemens maken!

De kerstdagen komen er weer aan. Ik belde laatst mijn ouders op om te overleggen wanneer ik de lange reis van Utrecht naar Amstenrade (Zuid-Limburg) ging maken. Geheel toevallig was mijn vader op dat moment bezig met het aanbraden en stoven van Flappie; konijn op Limburgse wijze. Terwijl ik in gesprek was, gingen mijn gedachten terug naar mijn pubertijd wanneer ik in de kerstvakantie op zijn vroegst rond het middaguur ontwaakte. Dan was mijn vader al druk in de weer met allerlei voorbereidingen en de geur die het huis vulde was heerlijk. Ik geniet altijd enorm van de kerstdagen en voor velen met mij is het een tijd van overvloed. Eindelijk de tijd hebben om een spel monopoly volledig af te ronden en veel luieren en lekker eten. Dit allemaal een week voordat het nieuwe jaar begint. Ik vermoed dat dit ook een van de redenen waarom sportscholen zoveel inschrijvingen krijgen in januari. Mensen hebben zich eind december laten gaan en willen overcompenseren. Goede voornemens worden geformeerd en we zijn hierin vaak streng voor onszelf. We weten allemaal eveneens dat 1 januari de slechtste dag van het jaar is en dat dan al gelijk voornemens sneuvelen. Hoe kun je nu goede goede voornemens maken en - in algemene zin - hoe zet je doelen die motiveren?

Docenten weten het allang. Om leerlingen actief bezig te krijgen en gemotiveerd te houden is het van belang dat ze een taak uitvoeren die in hun zone van naaste ontwikkeling (ZNO) zit. Een concept gepionierd door psycholoog Lev Vygotsky in de vorige eeuw. In de basis houdt dit in dat een student een lastige, maar wel haalbaar taak tot uitvoering brengt. De rol van de docent is hierin net voldoende houvast te geven zodat de uitdaging realistisch en uitdagend blijft; het zogenoemde scaffolding (Hammond & Gibbons, 2005). Dit is een prachtig concept, maar de praktijk is weerbarstig. Het is namelijk bijzonder ingewikkeld om voldoende basis te leggen voor concepten en tegelijkertijd het net lastig genoeg te laten zijn. Zeker als 30 pubers in het lokaal zitten die zeer verschillen in hun niveau.

Uit de literatuur blijkt dat voor (her)betrokkenheid bij doelen twee zaken essentieel zijn; uitdaging en haalbaarheid (Atkinson, 1957; Oettingen et al. 2004). Het is dan wel weer zo dat deze op gespannen voet staan met elkaar. Denk maar eens mee: een doel kan zeer haalbaar zijn en daarmee te weinig uitdaging met zich meebrengen, daarentegen zijn er heel uitdagende doelen te formuleren die in de verre verste niet haalbaar zijn. En deze beide extremen werken zeer averechts en juist demotiverend (Schwarz & Schafer, 2001). Zelfs Alanis Morisette moet dat wel ironisch gevonden hebben.

Maar je kunt het jezelf wat makkelijker maken mede dankzij marketing onderzoek van Scott & Nowlis, 2013. Zij vonden het bijzonder dat veel mensen een specifiek getal namen als doel of voornemen. Zo streven mensen naar een gewicht van 65 kilo, willen ze één boek per maand lezen en €10.000 extra gespaard hebben voor het einde van het volgende jaar. In het maken van voornemens weten we voldoende uitdaging te creëren voor onszelf, we overschatten vaak de haalbaarheid. De onderzoekers hebben gekeken naar wat het effect zou zijn als het doel in plaats een exact getal een hoog/laag streven zou zijn. Hiertoe hebben ze een aantal empirische studies gedaan. De meest toepasselijke voor nu is dat ze dit getest hebben bij een groep mensen die graag gewicht wilden verliezen gedurende een periode van drie weken. De ene groep kreeg een vast getal als doel (bijvoorbeeld 2 pounds* afvallen in de komende week) de andere groep een hoog/laag streven (bijvoorbeeld tussen de 1-3 pounds afvallen in de komende week). Het idee is dat dit laatste doel het beste is van beide werelden. De lage kant (1 pound) is haalbaarder, de hoge kant (3 pounds) uitdagender. Gemiddeld genomen is de hoog/laag groep 0,89 pounds afgevallen per week tegenover 0,76 pounds voor de controlegroep, een niet significant verschil. Veel opvallender was dat de hoog/laag groep wel significant veel gemotiveerder bleek dan de controlegroep: 79,61% van hen heeft zich ingeschreven voor een vervolgtraject (à $25) tegenover slechts 53,75% van de mensen met een vast gewichtsverlies doel.

Het moraal van dit verhaal? Ben je ondernemer? Stel eens een target van €50.000-€100.000 omzet voor Q1. Ben je docent? Vraag van je leerlingen 1-3 redenen waarom hoge inflatie nadelig is voor een land. Geef ze mee dat ze in de lessen tussen de 2-4 opdrachten af moeten kunnen krijgen. Als manager kun je in een voortgangsgesprek kunnen vragen voor welke 1-3 cursussen een medewerker zich graag zou willen inschrijven. Misschien is het idee om €100-€200 te sparen per maand. De toepassingen zijn haast eindeloos.

Komend jaar kun je tussen de 5 en 12 blogposts verwachten op deze site om je verder te inspireren. En als algemeen stukje advies, mocht je afvallen als voornemen hebben: het is veel haalbaarder om af te vallen tussen 1 januari en 24 december dan tussen 24 december en 1 januari, dus gun jezelf wat de komende dagen!

* een pound is ongeveer 450 kilogram

Referenties

  • Atkinson, J. W. (1957). Motivational determinants of risk-taking behavior. Psychological review, 64(6p1), 359.
  • Hammond, J., & Gibbons, P. (2005). What is scaffolding. Teachers' voices, 8, 8-16.
  • Martin, S. J., Goldstein, N., & Cialdini, R. (2014). The small big: Small changes that spark big influence. Hachette UK.
  • Oettingen, G., Bulgarella, C., Henderson, M., & Gollwitzer, P. M. (2004). The self-regulation of goal pursuit. Motivational analyses of social behavior: Building on Jack Brehm's contributions to psychology, 225-244.
  • Schwarz, R. D., Yen, W. M., & Schafer, W. D. (2001). The challenge and attainability of goals for adequate yearly progress. Educational measurement: Issues and practice, 20(3), 26-33.
  • Scott, M. L., & Nowlis, S. M. (2013). The effect of goal specificity on consumer goal reengagement. Journal of Consumer Research, 40(3), 444-459.